Hoe zet ik dat verhaal nou een beetje boeiend op papier?
Die vraag komt steeds weer terug bij de mensen die ik begeleid bij het schrijven van hun levensverhaal. Eén van de antwoorden die ik dan geef is: lees!
Voor mij zijn lezen en schrijven onlosmakelijk met elkaar verbonden. Lezen is wat mij betreft namelijk de grootste inspiratiebron voor het schrijven. In dit blog laat ik je 5 manieren zien, waarop het lezen jou kan helpen bij het schrijven.
1) Laat je inspireren door verhalen van anderen
Je denkt vaak dat jouw verhaal uniek is. En dat is het ook, want jij bent uniek! Maar dat wat jij hebt meegemaakt is niet altijd uniek: er zijn meer mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Het kan heel inspirerend zijn om te lezen hoe andere mensen schrijven over dingen die jij ook hebt meegemaakt.
Ongetwijfeld zal er veel herkenning zijn en dat doet goed, dat alleen al is heel inspirerend, omdat het je aanmoedigt ook jouw verhaal te vertellen.
Maar daarnaast kun je ook eens op de volgende dingen letten tijdens het lezen:
– Wat zijn nu verschillen in hoe de schrijver omgaat met wat er gebeurd is en hoe jij hiermee omgaat? Voor jou is het belangrijk om juist dat laatste goed te beschrijven in jouw verhaal
– Heeft de schrijver bepaalde gedachten/inzichten die jij (nog) niet hebt over dit onderwerp? Nadenken hierover kan helpen om jouw verhaal diepgang geven
– Brengt de schrijver een bepaalde boodschap over met zijn/haar verhaal? En zou dat voor jouw verhaal ook zo kunnen zijn?
– Hoe is de toon van het verhaal? Dan bedoel ik dingen als: klaagt de schrijver over alles wat er gebeurd is of is de toon van het boek juist heel hoopvol? Komt de schrijver naar voren als iemand die sterker is geworden door wat er gebeurd is of stelt hij/zij zich op als slachtoffer? Denk eens na over hoe de toon van jouw verhaal moet worden
2) Leer hoe een schrijver zijn boek indeelt
Bij tip 1 ging het vooral over boeken die een verhaal vertellen dat lijkt op jouw verhaal. Maar er is veel meer te leren door te lezen, ook van heel andere boeken. Eén van de dingen waar je eens bewust op kunt letten is de indeling van een verhaal. Voor levensverhaalschrijvers is dit vaak iets waar ze behoorlijk over nadenken: begin ik te schrijven vanaf mijn geboorte tot nu of moet ik het anders indelen?
Om hierover iets te leren, maakt het eigenlijk niet zoveel uit welk boek je leest. Iedere schrijver denkt namelijk bewust na over de indeling van zijn/haar boek. Let tijdens het lezen eens op deze dingen:
– Het tijdsverloop: wordt het verhaal in chronologische volgorde verteld of zijn er sprongen in de tijd? (bv. vanuit het heden terug naar het verleden en vanuit daar weer terug naar het heden). Kun je bedenken waarom de schrijver voor een bepaald tijdsverloop gekozen heeft?
– De hoofdstukindeling: heeft de schrijver een bepaald aantal hoofdstukken van ongeveer dezelfde lengte gemaakt of is er veel verschil in lengte? Waarom denk je dat het ene hoofdstuk langer is dan het andere? Heeft de schrijver het boek ook nog in een aantal delen verdeeld, met binnen die delen weer hoofdstukken? Zo ja, waarom zou de schrijver hiervoor gekozen hebben?
– De personages: komen de personages door elkaar heen in het verhaal voor of wordt het verhaal vanuit de verschillende personages verteld? Er zijn boeken waarin de hoofdstukken bepaald worden door de verschillende personages: het ene hoofdstuk wordt vanuit het ene personage verteld, het andere vanuit een ander personage. Zo lopen er als het ware verschillende verhaallijnen door elkaar heen. Is het voor jouw verhaal een idee om dit ook te doen? Bv. wanneer je over je familie schrijft: is het een optie om vanuit de verschillende familieleden te schrijven en ieder lid een eigen hoofdstuk te geven?
3) Leer hoe een schrijver overgangen aanbrengt in zijn boek (witregels, hoofdstukovergangen)
Als je geboeid bent door een boek, let je er vaak totaal niet op: witregels en de overgang van het ene hoofdstuk naar het andere. Toch kan het je veel opleveren hier wel eens bewust op te letten. Waarom voegt een schrijver ergens een witregel in? Wat doet dat met jou als lezer, wat betekent het voor het verhaal?
En hoe zorgt de schrijver voor een soepele overgang van het ene hoofdstuk naar het andere? Kijk daarvoor vooral naar de laatste zin van het ene hoofdstuk en de eerste van het volgende hoofdstuk. Krijg je als lezer zin om verder te lezen, omdat de schrijver je aan het eind van het ene hoofdstuk als het ware al lekker maakt voor het volgende hoofdstuk?
Een klein voorbeeldje van wat het verschil kan maken voor een lezer. Stel dat je vertelt over jouw tijd op school. In het ene hoofdstuk rond je het verhaal over de lagere school af en in het volgende hoofdstuk ga je vertellen over de middelbare school. Twee manieren:
1) Einde hoofdstuk 1: Zo was het op de lagere school. In het volgende hoofdstuk vertel ik over mijn tijd op de middelbare school.
Begin hoofdstuk 2: De eerste dag op de middelbare school was niet zo leuk.
2) Einde hoofdstuk 1: Toen wist ik nog niet wat een ramp die middelbare school zou worden…
Begin hoofdstuk 2: Het begon op de middelbare school allemaal met Erik, die een natte spons op mijn stoel had gelegd.
Zie je dat de ene afsluiting en overgang de lezer veel nieuwsgieriger maakt/meer boeit dan de andere? Bewust op dit soort overgangen letten tijdens het lezen geeft veel inspiratie voor het schrijven
4) Leer hoe een schrijver zijn boek begint en eindigt
Wat bij tip 3 geldt voor overgangen binnen het boek, dat geldt ook voor het begin en het einde van een boek. Een pakkende beginzin en een mooie eindzin geven veel leesplezier en zorgen ervoor dat een boek je bijblijft.
De openingszin van Honderd jaar eenzaamheid van de schrijver Gabriel Garcia Márquez wordt wel eens de beste openingszin ooit genoemd:
Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendía denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs.
Deze zin kán helemaal niet, dus je moet wel verder lezen om te begrijpen hoe dit nou zit.
Zelf laat ik me vaak bij het lenen van een boek uit de bieb ook leiden door de beginzin. Als die goed is en nieuwsgierig maakt, dan leen ik het boek, anders niet.
Kijk eens bewust naar begin- en eindzinnen van boeken die je mooi vindt: hoe zorgen die zinnen voor jouw leesplezier? Kijk ook eens in de bieb in boeken die je nog niet kent: maakt de beginzin nieuwsgierig, waarom wel/niet?
5) Let op taalgebruik
Tenslotte natuurlijk aandacht voor dat wat altijd belangrijk is bij boeiend schrijven: variatie in taalgebruik.
Let tijdens het lezen eens specifiek op deze onderdelen:
– Gebruikt de schrijver metaforen? Je herkent ze snel aan het gebruik van de woorden ‘zoals, zo, als, net als’, de schrijver vergelijkt met deze woorden dingen met elkaar, waardoor dat wat gezegd wordt veel krachtiger wordt. Kijk maar even naar dit voorbeeldje:
Mijn vader rende altijd een beetje raar, want hij had zulke lange benen
Of:
Als mijn vader rende, was hij net een kangoeroe
– Wisselt de schrijver lange en korte zinnen af? En wat doet dat met jou als lezer en met het ritme van het verhaal?
– Heeft de schrijver stopwoordjes of varieert hij/zij? Omschrijft de schrijver alles op dezelfde manier of heeft hij/zij verschillende woorden voor dezelfde dingen? Eerder schreef ik al eens een blog over variëren in taalgebruik. Hierin ga ik nog wat dieper in op metaforen, afwisseling in korte en lange zinnen en gevarieerd woordgebruik. Maar dan gezien vanuit de kant van de schrijver 😉
– Beschrijft de schrijver of laat hij het zien? Je bent de term ‘show-don’t-tell‘ vast al eens tegen gekomen. De metafoor die ik hierboven beschreef is ook zo’n manier om iets niet te vertellen, maar het echt te laten zien: bij de eerste zin weet je eigenlijk nog niet goed wat je je erbij voor moet stellen, bij de ‘kangoeroe-zin’ zie je meteen iets voor je.
Dit kunnen schrijvers op veel meer manieren doen, bv door een geur op te roepen of te laten zien hoe iemand zijn vuisten balt (in plaats van te schrijven: ‘hij werd boos’).
Probeer tijdens het lezen eens op te letten of je het helemaal voor je ziet: hoe vaker dit het geval is, hoe beter de schrijver je dingen laat zien in plaats van ze te vertellen. En hoe doet die schrijver dat dan? Welke woorden, welke beelden gebruikt hij/zij, waardoor jij het helemaal voor je ziet?
Misschien denk je nu: dit is allemaal wel wat veel om tijdens het lezen over na te denken. Doe dat ook vooral niet, leesplezier blijft het allerbelangrijkste! Maar wil je zo af en toe eens bewust inspiratie opdoen voor het schrijven, neem dan één van de onderwerpen hierboven in je hoofd en let er een tijdje bewust op tijdens het lezen. Je gaat er veel van leren!